Hier lees je alles over de taakverdeling bij onderhoud en het probleem van achterstallig onderhoud.
De taakverdeling komt er grofweg op neer dat de huurder zorg moet dragen voor het kleine onderhoud aan de woning en de verhuurder voor het grote onderhoud.
Achterstallig onderhoud komt voor in twee vormen: achterstallig onderhoud door de verhuurder en achterstallig onderhoud door de huurder.
Als de verhuurder verzuimt gebreken aan de woning te repareren terwijl het wel zijn taak is, zijn er een paar stappen die de huurder kan ondernemen. Allereerst moet hij de huurder schriftelijk verzoeken de gebreken binnen zes weken te herstellen. Dat kan met deze standaardbrief van de Huurcommissie.
Heeft de verhuurder na zes weken de gebreken nog niet hersteld, dan kan de huurder met een formulier een procedure starten bij de Huurcommissie om een tijdelijke huurverlaging af te dwingen. Afhankelijk van de ernst van de gebreken kan er een huurverlaging van 20 tot 40% worden afgedwongen. Ook kan de huurder een klacht indienen bij de gemeente over het achterstallige onderhoud. De gemeente kan de verhuurder dan oproepen de gebreken te herstellen. Gaat de verhuurder dan nog niet tot actie over, dan kan de gemeente de reparaties laten verrichten en de kosten op de huurder verhalen. Informeer bij de afdeling Bouw- en Woontoezicht of Bouwen en Wonen van de gemeente over deze mogelijkheid. Ook een gang naar de rechter is mogelijk. De rechter kan de verhuurder een dwangsom opleggen als deze het achterstallig onderhoud niet verhelpt.
Een andere mogelijkheid is dat de huurder zelf de werkzaamheden uitvoert of uit laat voeren en de onkosten verrekent met de huur. Hiervoor kan de huurder zich van tevoren laten machtigen door de rechter. Ook zonder machtiging van de rechter is deze oplossing mogelijk, maar dan loopt de huurder het risico dat hij door de verhuurder wordt aangesproken voor wanprestatie.
Als de huurder zijn onderhoudsplicht niet vervult en dit na een schriftelijk door de verhuurder gestelde redelijke termijn nog steeds verzuimt, kan de verhuurder de rechter vragen de huurovereenkomst te ontbinden. Ook kan hij de rechter vragen om de huurder te dwingen alsnog zijn taak te vervullen.