De verschillende vormen van kamerverhuur.
In studentensteden komt deze vorm van kamerbewoning veel voor. Meestal worden wc, keuken en douche/badkamer gedeeld met medebewoners. Het gebeurt in studentenhuizen- en complexen vaak dat groepen huisgenoten samen eten en om beurten koken en boodschappen doen. Op die manier ben je niet alleen goedkoper uit, het kan ook gezellig zijn. Studentencomplexen worden vaak verhuurd door woningcorporaties. Woningcorporaties zijn door de overheid erkende instellingen die uitsluitend werkzaam zijn op het gebied van volkshuisvesting. Studentenhuizen kunnen ook eigendom zijn van particulieren.
Als je bij een hospita (of hospes) woont huur je één of meerdere kamers in de woning waar de verhuurder zelf ook woont. Keuken, bad/douche en wc worden meestal gedeeld met de verhuurder. Er is een proeftijd van negen maanden waarin de verhuurder zonder opgaaf van redenen de huurovereenkomst kan ontbinden, met een opzegtermijn van drie maanden. Na die negen maanden heeft de huurder gewoon recht op huurbescherming. Het is verstandig om van tevoren goede afspraken te maken met de verhuurder over bijvoorbeeld huisdieren, muziek, logés en gebruik van gedeelde voorzieningen zoals keuken en badkamer.
In sommige studentensteden worden tijdelijke studentencomplexen gebruikt voor studentenhuisvesting, bijvoorbeeld voormalige asielzoekerscentra of cabines. Ook worden soms gebouwen die gepland staan voor sloop als tijdelijke woonruimte voor studenten gebruikt.
Huisoppasbureaus worden door gemeentes en bedrijven ingeschakeld om tijdelijk leegstaande gebouwen te beschermen tegen krakers, verloedering en vernieling. Met dat doel worden er bewoners in die gebouwen gehuisvest die er tegen een lage vergoeding tijdelijk mogen wonen. De duur dat de bewoners in de tijdelijke woonruimte kunnen blijven kan verschillen van weken tot jaren. Meestal is van tevoren niet duidelijk hoelang de bewoners kunnen blijven. Huisoppassers moeten dus leven met die voortdurende onzekerheid over hun huisvesting. Huisoppasbureaus proberen meestal vervangende woonruimte te regelen voor huisoppassers die zich aan de regels hebben gehouden, maar dat lukt niet altijd.
Een ander nadeel van antikraak-wonen is dat het personeel van de antikraakbureaus om de zoveel tijd onaangekondigd langskomt. Ze bellen dan eerst aan, als er niet open wordt gedaan gebruiken ze hun eigen sleutels om naar binnen te gaan. Er wordt dan gecontroleerd of de woonruimte representatief wordt gehouden, dat wil zeggen: geen rotzooi of verval. Heb je net even te lang niet opgeruimd, dan krijg je een waarschuwing.
Tegen al die nadelen weegt op dat huisoppassers voor heel weinig geld kunnen wonen op de meest uiteenlopende locaties, van eengezinswoningen en kantoorpanden tot landhuizen of kastelen. Uiteraard moet je wel geluk hebben om een mooie woonruimte toegewezen te krijgen. Meestal is er weinig keus. Vaak is er wel het een en ander mis aan de woningen, omdat ze vaak op de slooplijst staan, zodat er geen of weinig geld meer wordt gestoken in het onderhoud.
Bij antikraakbureaus is het doorgaans zo dat je gerefereerd moet worden door iemand die al voor het bureau als huisoppasser woont. Je kunt je dus meestal niet zomaar inschrijven.
Het beeld van kraakpanden is vaak dat het smerige holen zijn die bewoond worden door speed snuivende punkers en veganisten die uiteindelijk met geweld moeten worden ontruimd door de ME. Maar zo hoeft het natuurlijk niet altijd te zijn. Kraken is, als je je aan de regels houdt, legaal. Voorzieningen als gas en licht, televisie en internet kunnen gewoon legaal aangevraagd worden. Je zal vaak wel zelf heel wat opknapwerk moeten verrichten om er iets moois van te maken, maar het kan dus wel.